Diagnostische criteria

De DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) is het meest gebruikte classificatie-systeem voor psychiatrische aandoeningen. Het biedt een geclusterde beschrijving van alle stoornissen op basis van symptomen

De diagnostische criteria om vast te stellen of er sprake is van selectief mutisme zijn volgens de DSM 5 (2015):

A. Consistent niet spreken in sociale situaties waarin dit wel wordt verwacht (zoals op school) ondanks het feit dat de betrokkene in andere situaties wel spreekt.

B. De stoornis interfereert met de prestaties op school, opleiding of werk, of in de sociale communicatie.

C. De duur van de stoornis bedraagt minstens één maand (en is niet beperkt tot de eerste maand op school).

D. Het niet spreken kan niet worden toegeschreven aan een gebrek aan kennis van of vertrouwdheid met de in de sociale situatie gesproken taal.

B. De symptomen kunnen niet beter worden verklaard door een communicatieve stoornis (bijvoorbeeld een stoornis in de spraakvloeiendheid ontstaan in de kindertijd)  en treden niet uitsluitend op in het beloop van de autisme spectrumstoornis, schizofrenie of een andere psychotische stoornis.

 

Deze criteria zijn alleen handreikingen om een diagnose te kunnen stellen. Er is een deskundig onderzoek nodig om de diagnose daadwerkelijk vast te kunnen stellen. Hierbij moeten andere stoornissen echter wel eerst uitgesloten zijn.